#nofilter

 

Voordat ik het weet scroll ik langs allerlei lelijke krantenkoppen die berichten over dode kinderen en de zoveelste bloedige aanslag op een markt in Mogadishu, Bagdad of Berlijn. Weer betrap ik mezelf, te laat, op de automatische beweging die mijn hand maakt naar mijn telefoon.

 

Het is een nare gewoonte geworden, nieuwssites checken.

Ik voed me ermee uit verveling, maar het zijn lege calorieën. Het vreet míj op en laat me vaker wel dan niet achter met een knagende woede, rauw verdriet en honger naar verandering. Ik ben een druipend energielek op het moment dat ik me besef: ik doe het weer en elke keer.

 

Moedeloos en machteloos, een knagende onvrede over mezelf in de wereld om me heen resteert na het lezen van dit soort nieuws. Ik kan er niet mee omgaan, sta met mijn hart bungelend uit mijn lijf. Ik lijk er zo weinig vat op te hebben en mijn betrokkenheid is vele malen groter dan mijn invloed. Ik kan er niks aan doen. Althans dat houd ik mezelf voor.

 

Ontelbaar vaak heb ik dit soort verlammende gedachten en gevoelens. ‘Ik kan er niks aan doen’ is daarmee de grootste illusie waarin ik mezelf wil laten geloven maar bevrijdend is het allerminst. Enkel een makkelijk excuus om me achter te verschuilen.

 

 

Maar de uitdaging is om er een vraagteken achter te durven zetten; mezelf af te vragen of het wel klopt wat ik denk. En als ik dat doe moet ik bijna altijd concluderen dat er niemand anders is dan ikzelf om verandering te brengen in hetgeen me niet bevalt. Pas dan verandert mijn automatisme in bewustzijn, ik kan niets doen in ik kan íets doen, al begin ik maar heel klein door alvast wat minder achteloos in mijn telefoongebruik te zijn.